soort

De rode vos

vulpes vulpes - red fox

De rode vos is familie van de hond en is een van de grootste roofdieren die in ons land voorkomen in het wild.  Ze worden ook de gewone vos genoemd.  De vacht is roodbruin, soms beige, helderrood, zilver of zwart.  De achterzijde van de oren is zwart en ook de poten.  Sommige dieren hebben een witte staartpunt.  De vos wordt ongeveer een halve meter hoog.  Mannetjes zijn meestal groter dan vrouwtjes.  Ze jagen alleen, meestal in de nacht en in het halfdonker.  Hij eet bijna alles.  Hij kan ook hard rennen, wel tot zestig kilometer per uur, maar dat gebeurt niet zo vaak.  Zijn prooien zijn meestal kleine en middelgrote dieren, zoals grote kevers, muizen, konijnen, hazen, vogels en katten, maar ook eieren, regenwormen en egels.   Ook vruchten en bessen worden gegeten. 

Een vos doodt soms meer dan hij nodig heeft.  Vooral op plaatsen waar meerdere prooidieren op elkaar zitten en niet kunnen ontsnappen, kan hij veel schade aanrichten.  Bijvoorbeeld in kippenhokken of groepen van broedende vogels zoals meeuwen.  Voedselresten worden begraven en later weer opgezocht, maar de vos legt geen voedselvoorraden aan.  Hij is knap in het terugvinden van zijn begraven voedsel.  Hij leeft meestal in een groep van zo’n zes dieren.  Een mannetje noemen we een rekel.   Een vrouwtje is een moervos.  Rekels worden, zodra ze volwassen zijn, uit de groep verjaagd.  De moervossen zijn helpers, die helpen met het grootbrengen van de jongen.  De vos gaat zijn terrein af met geursporen door te plassen of uitwerpselen te leggen.  We zeggen wel eens ‘zo sluw als een vos’.  Dat komt omdat een vos steeds op de loer ligt.

Vossen leven in een hol.  Dat is zelf gegraven of van een konijn of een das afgepakt.  Het komt voor dat vossen zelfs hun hol delen met konijnen en dassen.  Een zelf gegraven hol bevindt zich meestal in een zandbank, onder een omgevallen boom, tussen boomwortels of onder rotsen en heeft vaak twee tot vier ingangen.  Een groot hol, met meerdere ingangen, wordt een burcht genoemd.  Meestal gebruiken alleen zwangere vrouwtjes het hol.  De andere vossen blijven in de buurt van het hol.  Een worp telt 4 tot 6 jongen. Bij de geboorte zijn de jongen blind en doof.     

De meeste vossen worden niet ouder dan 3 jaar.  Meestal komt dit door de jacht van de mens.  Ook worden veel vossen overreden door auto’s.  Soms worden ze getroffen door ziektes.  Hij kan zich heel goed aanpassen en komt overal voor : in woestijnen, moerassen, gebergten, duinen en landbouwgebieden.  In Engeland komt hij zelfs tot bij de huizen.  Het kan daar gebeuren dat een vos in je tuin in het kippenhok zit. 

foto’s : malene thijssen, fish & wildlife, jim frates, us department