onderfamilie

Groefkopadders
crotalinae - pit vipers
De groefkopadders zijn een onderfamilie van de adders. Het zijn slangen waarvan er tot 175 soorten bestaan. Je vindt ze in Afrika, Azië, Noord- en Zuid-Amerika. De bekendste soorten zijn natuurlijk de ratelslangen. De lengte van de groefkopadders gaat van 50 centimeter tot meer dan 3 meter. Alle soorten zijn giftig en erg gevaarlijk voor mensen, maar de bosmeester is de allergrootste gifslang. Hun giftanden kunnen uitklappen om te bijten en inklappen als ze in rust zijn. Als ze gif bijten, dan kauwen ze ook. Vele beten bij mensen lopen slecht af.

Hun kop is driehoekig en tussen de ogen zit een groef waarmee ze kunnen voelen of er een prooi in de buurt is. De prooi geeft warmte af en de adders voelen dit. Dus zelfs al is het volledig donker, dan nog kan de slang perfect toeslaan. Het kleinste verschil in warmte voelen ze aan. Ook boa’s en pythons kunnen dit, maar hebben de groef in hun mond zitten en niet tussen de ogen. Elke prooi die voorbijkomt, wordt gepakt en opgegeten. Ze kunnen soms uren op een zelfde plaats liggen om al wie passeert te grijpen.



foto’s : tad20d, ayo, sunagar, mackay
23 soorten
Godmans groefkopadder
halys-adder
koperkop
Schlegels groefkopadder
witlipbamboeadder
diamantratelslang
groene lanspuntslang
hoefijzerlanspuntslang
Maleise mocassinslang
Texaanse ratelslang
Wagler’s lanspuntslang
gewone lanspuntslang
groengele groefkopadder
hoornratelslang
prairieratelslang
tijgerratelslang
Zuid-Amerikaanse ratelslang