soort

De gemarmerde graafkikker

marbled snou-burrower - hemisus marmoratus - mottles shovelnose frog

De gemarmerde graafkikker is een soort kikker die behoort tot de familie van de snavelbekkikkers.  We noemen ze ook bigkikkers.  Ze worden ongeveer 4 centimeter groot en heeft een dik en rond lijf.  De achterpootjes zijn maar klein zodat ze niet echt goed kunnen springen.  De kop is klein en lijkt een beetje vergroeid met het lijf.  Die platte kop is belangrijk tijdens het graven.  De snuit is puntig zodat ze in de grond kunnen woelen.  De twee brede voorpoten dienen om te graven.  De huid van deze kikkersoort is lichtbruin en over het hele lijf zitten kleine ronde vlekjes die donkerbruin tot donkergroen van kleur zijn. 

De kikkers komen voor in Afrika van Senegal tot Somalië en van Zambia tot Zuid-Afrika.  Ze houden van zanderige streken waar het nat is zodat ze makkelijker kunnen graven.  Klimmen doen ze nooit maar ze houden wel van bossen met veel struiken.  Onder de grond kunnen ze grote holen graven en blijven daar soms erg lang zitten.  Bij regen zie je ze naar boven komen.  Dat doen ze om te gaan jagen, maar ook om niet te verdrinken onder de grond. 

Tussen de bladeren wachten ze op hun prooi.  Als het weer te droog wordt kruipen ze terug onder de grond.  De eitjes worden ook onder de grond gelegd, waar de kikkervisjes die uitkomen naar water zoeken.  De ouders brengen de larven naar vijvertjes waar schildpadden op de loer liggen voor een hapje. 

De kikkers eten termieten maar kunnen tegen het gif en de steken van de termieten omdat ze een dikke huid hebben.  Ze lusten ook mieren en wormen.  De grote vijand is het weer.  Als het te droog is, vinden de kikkervisjes geen water.  Als het te nat is, kunnen ze verdrinken.  Op plaatsen met veel schildpadden, zullen weinig kikkers opgroeien. 

foto’s : kerney, save the frogs, muller, wursten