soort

De bohorrietbok

bohor reedbuck - redunca redunca

De bohorrietbok is een middelgrote antilope uit het geslacht der rietbokken.  Hij heeft een rossige zandkleurige vacht.  De onderzijde is grijzig wit van kleur, ook de wangen, lippen, kin, keel, de binnenzijde van de oren en een kring rond de ogen.  De neus en het midden van de lip zijn zwart.  De korte staart is wit aan de onderzijde.  Mannetjes zijn steviger gebouwd dan vrouwtjes.  Alleen het mannetje heeft hoorns. Deze hebben de vorm van een lier en zijn geringd. 

De rietbok wordt 100 tot 135 centimeter groot en een hoogte van 65 tot 90 centimeter.  De dieren komen voor van Senegal tot Ethiopië.  Hij leeft vooral op vochtige, open vlakten en drassige grasvlakten.  Deze grasvlakten kunnen in het regenseizoen overstromen en in de droge tijd geteisterd worden door droogte en branden.

De rietbok eet vooral gras en is meestal de hele dag door actief, maar graast vooral ’s nachts.  Tijdens de nacht kan een rietbok tot acht kilometer van het leefgebied afdwalen.  In de droge tijd, als de kwaliteit van het voedsel minder wordt, grazen sommige rietbokken ook overdag.  Op het heetst van de dag zoekt hij de schaduw op in hoog gras of in struikgewas. 

De bohorrietbok leeft meestal in paren of in kleine familiegroepen van drie tot zes dieren.  De dieren fluiten met elkaar en dat is vooral ’s nachts te horen in de droge tijd, waarbij hele fluitkoortjes te horen zijn.  Bij gevaar wordt de staart omhoog gehouden, waardoor de witte onderzijde goed zichtbaar is. 

foto’s : spangenberg, public