familie

Rode panda’s

ailurus fulgens

De kleine panda of rode panda is een bedreigde diersoort die in Azië leeft.  Net zoals de reuzenpanda eet hij bamboe.  De rode panda wordt ook wel katbeer genoemd.  Hij is veel kleiner dan de reuzenpanda en lijkt meer op een wasbeer, waarmee hij ook familie is.

Hij leeft in de afgelegen bergwouden van Azië.  Deze goede klimmer blijft in de bomen om zich te beschermen tegen roofdieren, maar ook om er te slapen en uit te rusten.  Hij heeft een dikke, harige vacht om op grote hoogte te kunnen overleven.  Ook wikkelt hij bij het rusten soms zijn lange, dikke, gestreepte staart om zijn kop voor extra warmte. 

Net als de reuzenpanda heeft hij een vijfde vinger dat hij als een soort duim gebruikt om de stengels vast te pakken.  Met zijn mond en tanden schraapt hij de bladeren af.  Voordat hij de bladeren doorslikt, kauwt en vermaalt hij ze.  Deze planteneter zoekt ook naar wortels, eikels en bessen en voedt zich soms met insecten, larven, knaagdieren, kleine vogels en eieren.
Je kan hem heel moeilijk vinden in het bamboewoud omdat hij zich steeds verstopt en stil houdt.  Hij is sterk bedreigd en je mag hem zeker niet vangen.

Het vrouwtje is maar één keer per jaar klaar om te paren en dat meestal maar één dag.  Haar nest maakt ze van takken, stokken en gebladerte in een holle boom of spleet tussen de rotsen.  Ze werpt aan het begin van de zomer één tot vier welpen.  De jongen doen na ongeveer 18 dagen hun ogen open.  De moeder blijft de eerste paar dagen steeds bij hen en komt ze om de paar uur voeden en wassen.  Na drie maanden gaan de welpen naar buiten voor kleine uitstapjes, maar ze blijven nog negen maanden bij de moeder.

Hij leeft in koude, natte bossen in de bergen op een hoogte tot vierduizend meter.  Hij is meestal alleen en leeft in de buurt van water. Overdag slaapt hij hoog in een boom.  Zijn vijanden zijn de luipaarden.  Andere kleine panda’s jaagt hij weg als ze te dicht komen of in zijn leefgebied komen.  Hij verspreidt sterke geuren om hen weg te jagen.  Ze leven het liefst in de nacht of in het halfdonker.  In de bomen klimmen kan hij heel goed, want hij is erg lenig. 

foto’s : bernard landgraf, brunswijk, thomas binderhofer, ailurus fungens

soorten

Er waren heel wat soorten panda’s die familie waren van deze pandasoort.   Jammer genoeg zijn ze allemaal al lang uitgestorven.