soort

De Tibetaanse gazelle

goa - procapra picticaudata - tibetan gazelle

De Tibetaanse gazelle of goa is een soort antilope die voorkomt op het Tibetaans Plateau.  De soort leeft vooral op hoogten tussen de 3000 en 3700 meter, maar kan zelfs klimmen tot 5700 meter.   Hun leefgebied bestaat uit alpenweides en droge, boomloze steppes.  Ook de Siberische steenbok leeft in dat gebied, maar die kan perfect rotsen of steile wanden beklimmen wat de gazelle niet kan. 

Het is een vrij kleine antilope, met dunne en hoge poten die hem erg lenig maken.  Het zijn snelle sprinters, wat belangrijk is om aan vijanden te kunnen ontkomen.  Daarnaast zien en ruiken ze uitstekend.  Volwassen dieren hebben een schouderhoogte van 55 tot 65 centimeter.  Het gewicht ligt rond de 13 tot 16 kilogram.  Daarmee is hij iets kleiner dan de Mongoolse gazelle. 

Hun vacht is bruingrijs van kleur, op de buik wit.  De staart is kort en heeft een zwart puntje, dat uitkomt tegen een hartvormige witte vlek op de kont.  De zomervacht is grijzer dan de lichtere en langere wintervacht.  Mannetjes en vrouwtjes hebben dezelfde kleuren en patronen.  Alleen de mannetjes dragen hoorns.  De hoorns zijn geringd en lopen recht omhoog tot ze in de buurt van de toppen met een knik uit elkaar lopen.  In de paartijd kunnen korte gevechten tussen mannetjes voorkomen, waarbij de horens als wapen dienen.

Tibetaanse gazelles leven alleen of in kleine groepen.  Ale een vijand passeert of een ander gevaar kunnen de dieren een kort, hard geluid maken om de anderen te waarschuwen.  De belangrijkste vijand is de wolf.  Het voedsel bestaat vooral uit bloemplanten en peulvruchten met wat grassen.  Voor de jacht is de Tibetaanse gazelle niet belangrijk omdat hij vrij klein is.  De bedreiging komt van de begrazing en het verdwijnen van het leefgebied door herders met kuddes schapen, geiten, kiangs of jaks.