soort
De mara
patagonian mara - dolichotis patagonum
De mara is een knaagdier uit de familie van de cavia-achtigen. Ze worden ook pampahaas of Patagonische haas genoemd. De dieren staan hoog op hun poten en hebben grote rechte oren en grote ogen. De vacht is kort en bruin met een grijze rug. De buik is wit van kleur. De dieren worden ongeveer 50 tot 75 centimeter groot en hebben een kort staartje. De mara’s leven in droge woestijnen met struiken en ook op graslanden. Ze komen voor in het zuiden van Argentinië en leven vooral overdag. Ze grazen en liggen lekker te luieren of te zonnebaden. Ze leven van gras, kruiden, bladeren en twijgen. Tijdens de nachten trekken ze in een hol dat ze zelf hebben gegraven of ze zoeken een verlaten hol op van een viscacha.

Het zijn knappe renners en springers die bij elk gevaar snel weg rennen. De dieren leven in paartjes die hun hele leven samen blijven. Als het vrouwtje graast, zal het mannetje de buurt goed in de gaten houden om zijn vrouwtje te beschermen tegen vijanden of andere mannetjes. Als er te weinig voedsel is, dan mogen andere mannetjes vrij dicht komen voor ze worden weg gejaagd. De vrouwtjes willen maar een paar uur per jaar paren. Dan worden er tot 3 jongen geboren. Alle paartjes uit de buurt werpen hun jongen in hetzelfde hol. Zo kunnen er wel tot 15 paartjes samen zitten.

De mara lijkt erg goed op een haas of een kleine antilope. Maar ze zijn familie van de cavia’s. Er bestaat nog een andere soort : de kleine mara, maar zij zijn kleiner en leven meer in het noorden.

Het zijn de vrouwtjes die hun hol verder uitgraven. Nieuwe jongen worden aan de rand van het hol geworpen. De jongen verstoppen zich dan dieper in het hol. Zo blijven ze tot 4 maanden dicht bij het hol. De hele tijd worden ze gezoogd door de moeder. Twee keer per dag komt de moeder het hol binnen en fluit de jongen bijeen. Dan is het tijd om te zogen. Alleen haar eigen jongen mogen zogen. Niet alle moeders kunnen tegelijk hun jongen laten zogen. De andere moeders wachten hun beurt af en houden ondertussen de wacht bij het hol.


foto’s : petra karstedt, darci palmquist, james dawling