soort

De kameel

camelus bactrianus - bactrian camel

De kameel behoort tot de onderorde van de eeltpotigen.  Het is een vrij groot dier met twee bulten op zijn rug.  Hij lijkt op een dromedaris maar die heeft maar één bult.  Mensen die in de woestijn leven, gebruiken de kameel als rijdier of als lastdier om allerlei gerief op te vervoeren.  De kameel kan wel 280 kilogram dragen.  Het dier wordt ook gehouden om zijn wol, zijn melk en zijn vlees.   Ze worden al heel lang als een soort huisdier gehouden.  

Ze kunnen wekenlang zonder te drinken in leven blijven.  Ze verliezen ook erg weinig vocht, omdat ze niet gauw beginnen zweten.  Een beetje uitdrogen kan geen kwaad.  Als een kameel drinkt, drinkt hij bijzonder veel.  Meer dan 100 liter ineens.  Dat is evenveel als tien grote emmers water. 

In de bulten wordt vet opgeslagen.  Voelt de kameel zich wat zwak, dan gebruikt hij wat van dat vet.  Als de bulten van de kameel rechtop staan, dan heeft hij zijn vet nog niet echt gebruikt of nodig gehad.  Als ze plat liggen, dan weet je dat hij zich wat zwak heeft gevoeld of weinig eten heeft gevonden.  De dikke vacht beschermt de dieren zowel tegen grote hitte als erge kou.  Ze hebben zelfs kussentjes onder de poten.  Die beschermen hen tegen het hete zand.   

Kamelen kunnen wel 2 meter hoog worden en 500 tot 700 kilogram zwaar.  Een dromedaris is veel lichter.  In de winter hebben de dieren een dikke vacht, die in de lente wordt geruid.  Dat wil zeggen dat dan hele plukken haar zomaar afvallen.  Hij zou het anders veel te warm beginnen krijgen.   

foto’s : russel gz, johann dreo, kyle flood, patrick furlong

2 ondersoorten

huiskameel

wilde kameel