Kwikstaarten en piepers

De kwikstaarten en de piepers zijn knappe zangvogels en komen vaak in ons land voor.  Het zijn vogels die de meeste tijd op de grond doorbrengen, speurend naar insecten.  Ze zijn smal en hebben een dunne snavel.  Hun mooie lange staart valt wel op.   Ze zijn zo groot als je hand en kunnen zenuwachtig bewegen.  Zij vliegen in een golvende vlucht en op de grond wipt de lange sierlijke staart voortdurend op en neer.  Vaak zijn ze nogal wild en houden soms een gevecht met hun eigen spiegelbeeld, bijvoorbeeld in een glimmende wieldop van een auto. Je vindt ze overal, maar niet echt in de stad.  Daar is het te druk voor hen.  

Het zijn insecteneters.  Je ziet ze vaak scharrelen langs de sloot of op mest.  Op die plaatsen zijn veel insecten te vinden.  Ze blijven hier de ganse zomer, maar trekken in de herfst weg naar warmere streken.  Vooral in de richting van Spanje trekken ze.  De kwikstaarten kennen ook een slaaptrek.  Dat wil zeggen dat zich elke dag tegen de avond groepjes verzamelen om samen de nacht door te brengen.  In een rietveld in de omgeving bijvoorbeeld.  De vogeltjes zijn niet echt bedreigd. 

De vogel broedt vanaf april tot soms in augustus toe.  Er zijn twee broedsels per jaar van 5 tot 6 eieren, die zo’n twee weken worden bebroed.  De jongen blijven niet veel langer dan twee weken op het nest.  Het dier is niet schuw en laat zich gemakkelijk zien.

foto’s : kevin, jj harrison, alan liefting, danielle langlois, aviceda, andreas trepte, jm garg