familie

Spookdieren

tarsiers - tarsiidae

Spookdieren zijn kleine halfaapjes die niet echt groot zijn.  Ze hebben een lange staart met een kleine snuit en zeer grote ogen.  Met deze ogen kunnen zij goed zien, vooral in het donker.  Ook hun grote oren en gehoor werken goed.  Ruiken doen ze dan veel minder.  Hun handen en voeten hebben lange vingers om goed te kunnen klimmen en grijpen.  Aan de toppen van de vingers zitten kussentjes.  De dieren hebben sterke achterbenen en kunnen hiermee vanuit stilstand meters ver springen.

Ze leven in bomen van de wouden van Azië.  Het zijn nachtdieren en gaan in de nacht op jacht naar insecten, spinnen, kleine reptielen en schorpioenen.  Tijdens de nacht zijn ze steeds actief en bewegen ze vaak.  Het opvallendste aan nachtdiertjes zijn hun ogen.  Deze ogen zijn heel knap en bedekken bijna het hele gezicht.  De ogen zijn enorm groot en elk oog weegt meer dan de hersenen van het diertje.  Omdat de ogen zo groot zijn, kunnen ze er niet mee draaien om naar boven, naar beneden, links en rechts te kijken.  Daarom kan de nek van het spookdiertje goed buigen.  De diertjes kunnen hun kop wel helemaal omdraaien.    

Als een spookdiertje een prooi hoort, springt hij ondersteboven naar hem toe.  Hij draait dan helemaal rond en valt op het dier. Meestal klemt hij het vast in zijn pootje en doodt het dier met zijn scherpe tanden, maar dikwijls gebruikt hij zijn vingers als een soort netje voor een vliegende prooi.  Als hij de prooi gedood heeft, brengt hij hem naar een veilige plaats.

De dieren maken niet veel geluid, maar tijdens de paartijd willen ze wel eens hoog en hard piepen.  De draagtijd is 9 maanden, wat heel lang is voor een klein zoogdier.  Er wordt één enkel jong geboren.  De dieren leven ongeveer 12 jaar.

foto’s:  magalhaes, jasper greek, sakuri midori, garbutt

6 soorten