soort

De agapad

cane toad - bufo marinus

De agapad is een pad die lang in een andere groep werd ingedeeld.  We noemen ze ook de reuzenpad, de zeepad of de rietpad.  Het woord zeepad kwam er omdat de padden bij ons vaak heel dicht bij het zeewater leven.  Het zijn bruine padden en zijn kort en dik met een stompe kop.  Hun poten zijn kort en stevig.  Enkel aan de achterpoten zitten zwemvliezen.  Net als vele andere padden hebben ze gifklieren achter de ogen.  Toch kan je de agapad herkennen aan de dikke randen aan de voorzijde van de kop.  Hun huid is wrattig. 

Het is een van de grootste padden ter wereld en kunnen tot 23 centimeter groot worden.  Andere grote padden of kikkers zijn de goliathkikker en de reuzenfluitkikker.  De agapad komt voor in Noord- en Zuid-Amerika, het verre oosten en Australië.  Ze leven tegen de regenwouden bij het water.  Op sommige plaatsen kunnen ze leven in drogere gebieden.  Als het echt te heet is, kan de pad beginnen zweten en veel nat verliezen.  Dan kruipt hij het water in om af te koelen.  Als dat niet direct lukt, dan graaft hij zich in en wacht op regenval. 

De eitjes worden gelegd in ondiepe plassen die jammer genoeg vlug opdrogen.  Maar als het water lang genoeg blijft staan, kunnen de eitjes goed opgroeien.  Er zijn immers geen vijanden in zulk laag water.  Planten ontbreken ook wel, zodat er niet direct voedsel is voor de kikkervisjes.  De eitjes groeien daarna snel uit tot kikkervisjes.  Het zijn er soms wel 10 duizend.  Tijdens het opgroeien durven ze zelfs elkaar opeten.  Wie sterk is, overleeft het langst. 

De agapad leeft in de nacht, terwijl ze overdag onder de bladeren of onder stenen schuilen.  Bij het begin van de avond gaan ze op stap en zoeken ze hun voedsel.  Dat zijn vooral sprinkhanen, kevers, kakkerlakken, slakken en duizendpoten.  Het zijn gulzige eters.  Als er gevaar is, blazen ze zichzelf op en gaan hoog op de poten staan.  Het is zelfs een goed middeltje als het vrouwtjes geen zin heeft om te paren.  Het kleinere mannetje raakt niet op het wijfje als ze zo hoog op haar poten staat en opgeblazen is. 

Achter de ogen hebben ze een bult zitten waarin gif zit opgestapeld.  Ze kunnen veel gif in een keer afscheiden.  Daardoor raakt de prooi vlugger verlamd.  Het gebeurt dat de agapad wordt uitgezet door boeren op hun land waar nog nooit agapadden leefden.  Zo hoeven de boeren geen gif te spuiten tegen de insecten, maar doet de pad al dat werk.  Vaak lukt dit niet omdat de agapad op de grond leeft en vele kevers en larven van insecten hoger leven. 

Maar het ging de padden zo goed dat ze een echte plaag werden.  Het luide gekwaak hield iedereen wakker en vele dieren werden op de straat overreden door auto’s.  Katten en honden moesten binnen blijven, want mochten ze toevallig in een pad bijten, dan zouden ze het niet overleven.  Vele roofdieren werden gedood omdat ze teveel padden opaten en niet tegen het gif konden.  Slangen, vogels en varanen stierven hieraan. 

Toch kan het gif van deze pad goed gebruikt worden door de mensen.  We kunnen van het gif medicijnen maken.  De padden worden ook als proefdier gebruikt. 

foto’s : patrick gijsbers, bidgee, gnu free, factumquintus