soort
De gaur
bos frontalis - gaur, indian bison
De gaur is een soort rund dat voorkomt in Azië. Daar leeft het in de bossen van India, Nepal, Bangladesh tot Maleisië en Thailand. De gayal is een soort die voorkomt van de gaur en wordt gehouden voor hun vlees en als lastdier. De gaur is een grof dier met een grote kop en korte poten. Op de schouders zit een bult die bij de stieren groot kunnen zijn. Ze hebben ook een kwab aan de hals en hun vacht is donker tot zwart van kleur met witte poten. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes hebben hoorns. Het zijn gelige hoorns met zwarte punten die meer dan een meter lang kunnen worden.

De dieren worden tot 3 meter lang en kunnen wel duizend kilogram wegen. Ze halen een hoogte van 2 meter tot aan hun schouders. De koeien zijn duidelijk een stuk kleiner. De gaurs zijn nachtdieren die met ongeveer twaalf dieren samen leven. Ze leven van bladeren, vruchten en twijgen, maar ook grassen als bamboe vinden ze lekker.


Als er gevaar dreigt, dan vluchten ze de dichte wouden in. In de paartijd kunnen de stieren hard brullen om vrouwtjes te lokken. De vrouwtjes werpen maar één jong per keer dat tot 270 dagen wordt gedragen. De gaurs worden tot 30 jaar oud.

Je vindt de dieren op de heuvels langs wouden en savannes. Soms stijgen ze tot een hoogte van 1800 meter hoog. Maar liefst blijven ze wel in de buurt van water. Er wordt wel veel op de runderen gejaagd door de mensen voor hun vlees. Maar ook om hun kop als trofee op te hangen aan de muur. Ook worden de dieren makkelijk ziek.
foto’s : althaipanther, citron, yathin sk, spangenberg