orde

Rotsspringers

archaeognatha - jumping bristletails

Rotsspringers zijn een orde van insecten die geen vleugels hebben.  Ze behoren tot de insecten die het minst ontwikkeld zijn.  Hun Latijnse naam betekent ‘geen kaak’.  De Griekse naam betekent ‘klein hoofd’.  Wij noemen ze in onze taal rotsspringers.  Hun staart bestaat uit drie delen.  Er bestaan ongeveer 350 soorten rotsspringers.  Ze zijn langwerpig en gebogen van vorm.  De mond heeft delen die kunnen worden ingetrokken. 

Met hun staart kunnen ze tot 30 centimeter hoog springen. Hun lijfje is bedekt met schubben. Deze kleine diertjes drogen makkelijk uit. Je vindt ze in natte gronden en rotsspleten waar ze bladafval, mossen, korstmossen en algen eten. Toch zijn er zelfs soorten die in woestijnen kunnen overleven en soorten die voorkomen op de Noordpool.

Bij het paren maken de mannetjes een lange draad waaraan ze hun zaadjes in pakjes aan vastmaken. De vrouwtjes nemen de eitjes op met hun legboor waarna ze tot 30 bevruchte eitjes achterlaat in een spleet. Deze insecten kunnen tot 4 jaar oud worden, wat erg oud is voor een insect.

foto’s : rugbydave, burini

enkele families