soort

De kob

kob - kobus kob

De kob is een Afrikaanse antilope uit het geslacht der waterbokken.   Ze komen voor van Gambia tot Oeganda en Ethiopië.  De mannetjes verdedigen in groepen een territorium, terwijl vrouwtjes en kalveren aparte groepen vormen.  Deze soort is nauw verwant aan de poekoe. 

Het is een middelgrote antilope met een gespierd lichaam en nek.  Hij heeft een hoogte van 70 tot 100 centimeter en een gewicht van 80 tot 100 kilogram.  Hij heeft een korte vacht die op de rug oranjekleurig tot gelig bruin is.  Vrouwtjes zijn roodachtig.  De poten zijn wit.  De kob heeft witte ringen rond de ogen en een zwarte streep op de onderbenen van de voorpoten.  Op de keel heeft de kob een witte vlek.  De staart eindigt in een zwarte pluim.  De mannetjes hebben korte, gebogen hoorns in de vorm van een lier. 

De soort komt voor op de noordelijke savannes in vochtige graslanden. Hun voedsel bestaat uit gras en kruiden.  Soms eten ze ook waterplanten.  De kob is het grootste deel van de dag bezig met eten, maar houdt meestal een rustperiode op het warmste deel van de dag. 

Bij gevaar rennen de kobs als een grote groep weg, waardoor kleinere roofdieren geen kans krijgen.  Grotere vijanden als leeuwen zijn in de open vlakte al van ver te zien en maken hierdoor ook weinig kans. 

Na een draagtijd van acht maanden wordt één kalf geboren, dat zich de eerste zes weken schuilhoudt in het gras, waarna het bij zijn moeder in de kuddes gaat.

foto’s : spangenberg, public