soort
De andescondor
andean condor - vultur gryphus
De andescondor is een soort gier. Hij is de grootste vliegende vogel die op onze wereld rond vliegt. Struisvogels zijn wel groter, maar kunnen natuurlijk niet vliegen. Jammer genoeg zijn ze sterk bedreigd en staan ze op de rode lijst. Dat komt omdat de boeren deze vogel niet graag zien komen. De condors lusten wel wat van het vee van de boeren, zoals hun schapen of andere kleine runderen.
Als hij zijn vleugels strekt komt hij aan 3 meter breedte. Met zijn vleugels dicht, is hij toch nog ruim 1 meter lang. Ze wegen rond de 13 kg en hebben een kale kop zoals de meeste andere gieren. Hun witte kraag komt mooi uit op hun zwarte veren. Mannetjes hebben een flinke kam op hun kop. Deze kam is vaak rood en dient om de vrouwtjes te lokken. Vrouwtjes kiezen een mannetje met een mooie kam.
Als het hoog in de bergen te heet wordt, durft hij wel eens op zijn poten plassen om wat af te koelen. Mannetjes die ouder worden krijgen een gele kam. Dan zijn ze klaar om te gaan paren. Eens ze hun wijfje gekozen hebben, blijven ze voor altijd samen. Het wijfje legt om de 2 jaar enkele eieren. Die worden heel hoog op een rotsrand gelegd. Het duurt wel een jaar eer de kleintjes klaar zijn om uit te vliegen.
De andescondor komt alleen voor in Zuid-Amerika in het Andesgebergte. Hij durft ook wel eens lager gaan vliegen zoals op open graslanden en woestijnen of bossen. Hoog in de bergen vliegt hij soms op 5 kilometer hoogte. Hij trekt dan vroeg in de ochtend tot hoog op de toppen en laat zich tijdens de dag zachtjes naar beneden glijden op de warme lucht.
Zijn prooien bestaan uit eieren en aas als hij in de bergen vliegt. Maar als hij lager vliegt, rooft hij op kleine zoogdieren. Aan de kust rooft hij op zeezoogdieren zoals zeehonden of zeeleeuwen.
foto’s : gunnar ries, gfdl, the gimp, eye-designs