soort

De Armeense meeuw

armenian gull - larus armenicus

De Armeense meeuw is een vogel uit de familie van de meeuwen.  De  meeuw lijkt sterk op de geelpootmeeuw en is 50 tot 56 centimeter lang met een spanwijdte van 115 tot 135 centimeter.  De meeuw is gemiddeld iets kleiner dan de geelpootmeeuw en heeft een kortere, dikke snavel en een rondere kop.  Volwassen vogels hebben meestal een zwarte band op het einde van de snavel.  De snavelpunt is licht en het oog is donker. 

Deze soort broedt bij de meren in de Kaukasus tot in westelijk Turkije en tot in het noordoosten van Iran.  Ze overwinteren in het oostelijk deel van de Middellandse Zee en aan de Rode Zee en het noorden van de Perzische Golf.   De vogel broedt langs stenige oevers met gras langs bergmeren.  ’s Winters vind je ze langs grote meren en in kustwateren.  Hun aantal wordt geschat op 45 tot 70000 volwassen vogels.  Op de rode lijst staat de soort als niet bedreigd.