soort

De gewone wasbeer

procyon lotor - common raccoon - north-american raccoon

De gewone wasbeer is een klein zoogdier dat behoort tot de familie van de kleine beren.  Het zijn roofdieren die je terug vindt in grote delen van Amerika.  Ze worden ook de Noord-Amerikaanse wasberen genoemd.  Toch begin je deze dieren meer en meer in de buurt van ons land te zien.  De dieren zijn makkelijk te herkennen aan de mooie kleuren op hun kop en hun staart die mooie ringen toont.  Het lijkt wel alsof ze een masker dragen.  Hun snuit is spits en hun kop is breed.  De tenen van hun poten zijn vrij lang en hun voorpoten lijken wat op kleine handjes.  Snel lopen doen ze meestal niet, enkel als er gevaar is.  Meestal stapt een wasbeer met de kop omlaag.  Het is ook een zeer goede zwemmer en klimmer.  Dan gebruikt hij zijn staart als roer. 

De wasberen leven liefst alleen of enkel met hun klein gezinnetje.  Als wasberen elkaar tegenkomen, grommen en dreigen ze vaak, maar vechten niet gauw.  Het zijn nachtdieren die af en toe ook overdag te zien zijn, dan slapen ze in holen onder de grond of onder een boom.  Als ze dicht bij mensen wonen, durven ze wel eens in een schuur, een schoorsteen of een riool kruipen.  Als het te koud wordt, gaan ze minder bewegen, maar een winterslaap houden ze niet. 

Met zijn neus kan hij goed voedsel opspeuren.  Wanneer hij iets gevonden heeft, gebruikt hij zijn voorpoten om het verder uit te graven.  Met zijn twee voorpoten, die hij als handjes gebruikt, brengt hij zijn eten naar de mond.  Hij kneedt en draait zijn eten voor hij het opeet, zodat alle dingen eruit zijn die hij niet lust.  Zo is de wasbeer ook aan zijn naam gekomen.  Het diertje wast zijn eten eerst voor hij het begint op te eten.  Eigenlijk zijn het best slimme dieren die zelfs elkaar trucjes leren om eten makkelijk te open te krijgen. 

De wasbeer is meestal een schuw dier, maar toch kunnen ze in de buurt van mensen erg brutaal zijn.  Daar trekken ze zonder zich van iets aan te trekken, alle vuilnisbakken open.  Zo laten ze echt wel een puinhoop achter.  Of ze breken in in het kippenhok en slachten daar de kippen af.  Verder lust hij kleine dieren, wormen, schaaldieren, hagedissen, vissen, kikkers, hazen, slangen en eieren, maar ook vruchten, fruit, bessen, aardappelen, maïs, eikels en noten. 

Wanneer de jongen worden geboren na 70 dagen, liggen ze in een boomholte die toch wel hoog genoeg ligt.  De kleintjes worden met het nekvel verplaatst als er gevaar is.  Meestal blijven de jongen vier maanden bij de mama tot de herfst.  Maar als er niet genoeg schuilplaatsen zijn, blijven ze nog een extra winter bij de moeder. 

De dieren worden 16 jaar in het wild, maar tot 20 jaar in dierentuinen.  Jammer genoeg worden er zeer veel wasberen geschoten door jagers.  Als er teveel wasberen zijn mogen jagers er zelfs nog meer schieten.  Naast de mensen zijn poema’s, lynxen, coyotes en de oehoe de belangrijkste vijanden. 

foto’s : camazine, roytoft