onderfamilie

Zonnedassen

helictidinae

De zonnedassen zijn een onderfamilie van de marterachtigen.  Ze tellen vijf soorten die in Zuidoost-Azië leven.  Ze zijn niet zo echt familie van de dassen, waar ze vroeger wel bij hoorden. Zonnedassen hebben een lange, borstelige staart.  Hun lichaam is langwerpig en pootjes vrij kort.  De vachtkleur gaat van grijsbruin tot donkerbruin, waarbij de onderkant iets lichter is.  Opvallend zijn een witte of roodachtige streep op de rug en een opvallend zwart-witte tekening op het gezicht.

Deze dieren bereiken een lengte van 33 tot 43 centimeter met een staart van 15 tot 23 centimeter lang.  Hun leefgebied bestaat vooral uit bossen, maar soms zijn ze ook te vinden op graslanden.  Het zijn nachtdieren die ook in de schemering voorkomen.  Overdag trekken ze zich terug in schuilplaatsen of holen van andere dieren.  Niet zoals andere dassen graven ze geen eigen holen.  ’s Nachts gaan ze op zoek naar voedsel, klimmen in bomen of rusten ze zelfs in vorken van takken.  Er is weinig bekend over de manier hoe ze samenleven.  Waarschijnlijk leven ze alleen.  Het zijn alleseters die kikkers, hagedissen, insecten en wormen eten, maar ook fruit en planten.

Na een draagtijd van ongeveer 60 dagen werpt het vrouwtje één tot vijf jonge dieren.  Deze worden zelfstandig na ongeveer twee tot drie maanden.

foto’s :colla, korinek,

4 soorten