soort

De aardmuis

field vole - short-tailed vole - microtus agrestis

De aardmuis is een knaagdiertje uit de familie van de woelmuisachtigen.  Ze komen voor in Europa en het midden van Azië.  De diertjes zijn iets kleiner dan een veldmuis en hebben een ruwe donkere vacht met bruingrijs bovenaan en grijs onderaan.  Ook binnenin de oortjes zijn ze behaard.  Ze worden 8 tot 13 centimeter groot al naargelang de plaats waar ze voorkomen.  De staart is 2 tot 5 centimeter lang.

Je vindt de diertjes op graslanden, weiden, bosranden, duinen en bergen zolang er maar genoeg hoog gras is.   Ze leven van gras en kruiden, en in de winter ook schors van de bomen.  Heel af en toe eten ze larven van vliegen.  De aardmuizen leven overdag, maar ook in de nacht.  Onder de grond maken ze lange gangen met boven de grond looppaadjes in het gras.  In een van de kamers maakt het vrouwtje dan haar nest.  Dat is bolvormig en gemaakt van fijn gras. 

Deze woelmuizen kunnen zich snel voortplanten waarbij de vrouwtjes om de twee maanden een nieuw nestje met jongen krijgen.  Elk nest telt 3 tot 6 jongen die na 20 dagen worden geboren.  Ze worden ongeveer 2 jaar oud.  Maar zo oud worden ze meestal niet, want roofdieren en roofvogels liggen op de loer.  Toch kunnen ze snel wegkomen als het moet.  Als er te veel aardmuizen worden geboren, kan het tot een echte plaag komen.  Ze brengen dan veel schade aan akkers.