soort

De Amerikaanse slangenhalsvogel

anhinga anhinga - snakebird - darter - american darter - water turkey

De Amerikaanse slangenhalsvogel is een vogel die lijkt op een grote reiger.  Ze behoren tot de familie van de slangenhalsvogels en worden ongeveer 85 centimeter groot, waarvan de helft de lengte van zijn nek is.  Hij heeft een dunne kop met een lange spitse gele snavel.  Zowel het mannetje als het vrouwtje hebben een glanzend zwart verenkleed.  De veren op de vleugels zijn zilvergrijs van kleur en de staart is grijs-zwart gestreept. 

De vogel houdt zich vooral op bij de waterkant op zoek naar voedsel.  Omdat hij weinig oliën op zijn verenkleed heeft, is het verenkleed niet waterdicht.  Doordat de veren water absorberen ligt de vogel bijna met zijn gehele lichaam onder water en steekt vaak alleen de kop als een slang boven het water uit.  Voor de vogel is het eenvoudiger om te duiken tijdens de jacht naar vis.  Tijdens de jacht pakt de vogel de vis niet vast met de snavel maar spiesen ze deze met hoge snelheid. 

In tegenstelling tot de aalscholver is de slangenhalsvogel een trage zwemmer.  Hij jaagt hierdoor vooral op trage vissoorten.  Ook duurt het langer voordat de veren droog zijn.  Net zoals een aalscholver gaat hij met zijn vleugels gespreid in de zon zitten om zijn veren te laten drogen.  Wegvliegen met natte veren is te zwaar voor hem.  Mocht dit toch nodig zijn, om bijvoorbeeld weg te vluchten van een roofdier, dan zal de vogel met zijn vleugels klappend en met de poten op het water afzettend zich uit de voeten maken.

Het voornaamste voedsel van de Amerikaanse slangenhalsvogel bestaat uit vis.  Daarnaast wordt het aangevuld met kleine schildpadden, jonge kaaimannen, kleine slangen en waterinsecten.  Het nest is meestal te vinden op hoogte tussen de 2 tot 6 meter boven de grond en ook aan de waterkant.  De vogel broedt vaak samen met grote kolonievogels zoals aalscholvers of in kleinere groepen.  Het nest wordt elk jaar na een opknapbeurt opnieuw gebruikt.  Alleen als het nest weg is, bouwen ze een nieuwe. 

Het vrouwtje legt tussen de 2 tot 6 ovaal blauwgroene eieren.  De eieren zijn soms bedekt met kleine bruine vlekken.  Als andere mannetjes te dicht bij het nest komen verdedigt het mannetje zijn nest  soms met vechten.  Het mannetje strekt zich helemaal uit, spreidt zijn vleugels en begint met de bek te klapperen. 

De Amerikaanse slangenhalsvogel komt voor van het midden van de Verenigde Staten tot aan het westen van Ecuador, Argentinië en Uruguay.  Daarnaast is hij een vaste inwoner van Cuba en vele andere eilanden in de Caraïbische Zee zoals Trinidad en Tobago.  Het leefgebied bestaat uit zoete wateren en visrijke gebieden zoals meren, rivieren en mangroven.