soort
De banteng
bos javanicus - tembadau - banteng
De banteng is een wild rund dat voorkomt in de bossen van Thailand, Myanmar, Indonesië en China. De dieren worden tot 2 meter lang en 160 centimeter hoog tot de schouders gemeten. De dieren die op eilanden leven hebben een lichtere kleur. Stieren zijn meestal donkerder en zijn kastanjebruin tot bruinzwart van kleur. Alle bantengs hebben witte poten, een witte snuit en witte plekken op de het lijf. De stieren hebben een bult op de rug en een kwab aan de hals. De hoorns zijn vrij lang en kunnen bij de stieren tot 75 centimeter lang worden. Ze staan opzij en omhoog gebogen.

De dieren leven in kuddes van twee tot veertig dieren samen. Meestal is het één stier met meerdere koeien en kalveren. Alle andere jongere mannetjes leven samen of alleen. Het duurt tot 300 dagen eer de jongen worden geboren. Je vindt ze in lichte bossen, bamboebossen en wouden. Maar door de akkers van de mensen worden de dieren verder en verder verdreven. In de regentijd trekken ze de heuvels en de bergen in. Het zijn vooral nachtdieren die dan ook gras, scheuten en bladeren eten. Er zijn dan ook minder vijanden die op de loer liggen. Overdag liggen de bantengs rustig te herkauwen.


Op vele plaatsen zijn de bantengs tam gemaakt door de mensen en worden ze gebruikt voor hun vlees of om op de akkers te werken.

foto’s : magalhaes, creative commons, gnu free, rochmad setyadi