De berglemming

De berglemming is een knaagdier uit de familie van de woelmuizen.  Deze soort komt alleen voor in Scandinavië.  Berglemmingen hebben een dicht behaard, gedrongen lijf met een drukke tekening.  Die tekening kan variëren per dier, maar altijd in een patroon van zwart, geel en geelbruin.  Ze hebben kleine oorschelpen en een korte staart.  Hij wordt tot 130 gram zwaar, 7 tot 15 centimeter lang met een klein staartje van 1 tot 2 centimeter.

Berglemmingen zijn typische knaagdieren van de toendra.  Ze komen ook voor in bergen, boven de boomgrens, en in berken- en dennenbossen.  Ze eten gras, zegge en mos.  ’s Winters maken de dieren ingewikkelde tunnels onder de sneeuw, waar ze naar voedsel zoeken.  Ze bouwen er nesten van mos en gras.  Bij dooi komen deze tunnels bloot te liggen.  ’s Zomers maken ze tunnels onder stenen en mos.  Hun vijanden zijn de poolvos, sneeuwuil en wezel.

In de lente, als de sneeuw nog niet gesmolten is, begint het paarseizoen.  Na een draagtijd van 16 tot 23 dagen worden 2 tot 13 jongen geboren.  Lemmingen kunnen tot 2 jaar oud worden.  Het zijn ook erg goede zwemmers. 

foto’s : andera, Agnieszka Owca Kloch, r krekels