De bijeneter

De bijeneter wordt ook de Europese bijeneter genoemd en behoort tot de grote familie van de bijeneters.   Ze worden tot 28 centimeter lang met de staart bij.  Hij is valt op door zijn exotische kleuren, een blauwgroene staart, een gele keel en een donkere oogstreep.  De kleuren van de veren zijn bij mannetjes en vrouwtjes gelijk.

Bijeneters zijn insecteneters en knappe vliegers, die ook in de lucht insecten kunnen pakken.  Hun naam kregen ze door de bijen die ze als voedsel gebruiken.  Maar ook grote insecten als sprinkhanen, libellen en wespen zijn belangrijk voedsel.  Ze kunnen perfect tegen de steken van bijen of wespen.  Om steken te voorkomen probeert hij eerst de angels eraf te krijgen door deze tegen een tak af te wrijven. 

Ze leven in groepen en broeden dan ook in kolonies in holen in wanden van oevers en bergen, soms ook in de grond.  Het nest wordt gemaakt in een gang onder de grond.  Een legsel bestaat uit 4 tot 7, soms 10 eieren, die na een broedtijd van 22 tot 25 dagen uitkomen.  Beide ouders zorgen voor het voeren van de jongen.

De bijeneter broedt in grote delen van Europa, Klein Azië en in het Verre Oosten en het noordwesten van Afrika.  De grootste aantallen in Europa zijn te vinden in Portugal, Spanje en Bulgarije.  Je vindt ze in een open landschap, langs brede rivieren, begraasd gebied met bomen.  Om te broeden hebben ze de steile wanden aan het water nodig.  Daar kunnen ze makkelijk een nesttunnel uitgraven in een steile wand.  Het is geen bedreigde soort omdat hun aanpassing vrij makkelijk verloopt. 

foto’s : szczepanek marek, rashuli, dhruvajah, luc viatour