De dwergvaraan

De dwergvaraan is een hagedis uit de familie van de varanen.  De Latijnse naam is afkomstig van de Australische ontdekker Glen Storr.  Deze varaan blijft veel kleiner dan andere varanen en wordt ongeveer 27 tot 35 centimeter lang met de staart.  Hij is daarnaast duidelijk te herkennen aan de gekielde schubben op de staart waardoor die er wat stekelig uitziet.  De kleur is meestal witbruin tot grijsbruin of zwart, met kleine ronde vlekjes over het hele lichaam. Mannetjes en vrouwtjes hebben dezelfde kleur en vorm en zijn moeilijk uit elkaar te houden.

De dwergvaraan komt voor in de binnenlanden van Australië in de provincies Noordelijk Territorium, Queensland en West-Australië.  Er bestaan twee ondersoorten die elk in een ander deel van het verspreidingsgebied te vinden zijn.  Hij komt voor in verschillende soorten leefgebieden, van vochtige bosachtige streken tot droge steppen.  Het is een bodembewoner die maar af en toe in een tak klimt om een prooi te achtervolgen of om te zonnen. 

Het voedsel bestaat uit vogel- en reptieleneieren, jonge vogels, grotere insecten, kleine knaagdieren en hagedissen.  De belangrijkste vijanden zijn grotere roofvogels en slangen.  De varaan is eierleggend en een vrouwtje produceert tot zes eieren per legsel.  Dwergvaranen worden weleens in gevangenschap gehouden, maar dan hebben ze een groot terrarium nodig.  In het wild daarentegen leven de varanen in groepen bij elkaar, wat bij andere varanen een zeldzaamheid is.