soort

De Ethiopische fiskaal

tropical broubrou - bell shrike - laniarius aethiopicus

De Ethiopische fiskaal is een zangvogel uit de familie van de bosklauwieren en de fiskalen.  Ze komen op een kleine plaats voor en tellen enkele ondersoorten.  Je vindt ze in Ethiopië, Eritrea, Somalië en Kenia. Hun leefgebied bestaat uit een dichte boombedekking, struikgewas, onverzorgde hagen in landbouwgebieden en tuinen, savannes met hoge grassen en bosranden.  De Ethiopische fiskaal is een standvogel en wordt 19 tot 25 centimeter lang.  Bovenaan zijn ze overwegend glanzend blauwzwart.  De veren op de romp zijn lang en donzig, witachtig met zwarte punten en witte vlekken.  Jonge vogels zijn van boven geelbruin gevlekt.  

Hun voedsel bestaat uit insecten, kleine slakken, fruit, gewervelde dieren, vogeleieren en kuikens.  Op het voedsel wordt meestal gejaagd door dicht bij de grond rond te springen en in de bladeren en schors te draaien.  Vliegende insecten worden maar weinig gevangen. 

Het komvormige nest wordt door beide ouders gebouwd, meestal op een hoogte van 1 tot 3 meter in de vork van een tak in een struik of kleine boom.  Het legsel bestaat uit 2 tot 3 eieren, die gedurende 15 dagen door het vrouwtje worden uitgebroed.  De zwarte koekoek durft af en toe wel eens het nest opeisen en zijn eigen eieren in leggen. 

foto’s  : darren, trabalon, tarboton