soort

De Europese bever

eurasian beaver - european beaver - castor fiber

De Europese bever is een soort bever die behoort tot de knaagdieren en hiermee het grootste knaagdier van Europa is.  Met hun brede, platte staart vallen ze goed op.  Aan de achterpoten hebben ze zwemvliezen zitten.  De neus en de oren kan hij sluiten onder water.  Zelfs als ze onder water knagen, zal er geen water in hun mond lopen.  Ze hebben een lichtere vacht dan de Canadese bever.  Meestal zijn ze rossig bruin van kleur.  Ze worden ongeveer 80 tot 90 centimeter groot en nog een staart van 30 tot 40 centimeter lang.  Bevers worden ongeveer 8 jaar oud. 

De bevers leven samen met hun familie in de buurt van water.  Hun hol wordt een burcht genoemd en daarin zitten ze ongeveer met zes dieren.  Als er gevaar is, dan slaan ze met de staart plat op het water zodat alle dieren opschrikken.  Ze houden zich de ganse dag bezig met het schillen van de schors van de bomen.  Ze graven ondiepe kuiltjes waar ze het water uit de rivier laten wegstromen.  In het water bouwen ze hun burcht die midden in het water ligt.  Die kan tot 2 meter hoog zijn en tot 10 meter breed.  De ingang zit onder water zodat roofdieren er niet bij kunnen.  In de burcht zitten verschillende kamers die bekleed zijn met droge houtsnippers of planten.  De dieren kunnen het water rond hun burcht zelf regelen zodat er kleine meertjes ontstaan.  Met modder, takken, stenen en stammen leggen ze grote bouwwerken aan.  Dikke bomen worden in een paar uur neergelegd. 

Als in de winter het ijs bevriest, dan blijven ze lekker in de burcht. Ze maken dan wel een gat door het ijs om te kunnen ademen en op het water onder het ijs te laten wegstromen. Zo komt er onder het ijs veel lucht te zitten zodat ze makkelijker in en uit de burcht kunnen.

Het paren gebeurt in februari en na 100 dagen worden er 1 tot 6 jongen geboren. De jongen kunnen al vrij snel zwemmen en leren de ingangen van de burcht kennen. Ze leven van kruiden, bloemen, scheuten van waterplanten, grassen en wortels. De tanden van de bevers blijven groeien omdat ze zo hevig worden gebruikt elke dag. De dieren houden geen winterslaap maar leggen in de herfst wel een voorraad aan van stammen en takken van kleine bomen. Alles wordt mee onder water genomen.

Stilaan gaat het in onze streken weer wat beter met de bevers.  Ze waren lang geleden uitgestorven bij ons, maar keren sinds enkele jaren weer terug.  Je vindt ze nu opnieuw in Frankrijk, Duitsland, België en Nederland.  Maar ook in vele andere landen van Europa.  Hun grootste vijand is de wolf, maar vele bevers verhongeren of verdrinken ook als ze vast komen te zitten in de winter. 

foto’s : groucho m, algirdas, per harald olsen, nova