De nachtkat

De nachtkat noemen we soms ook de kodkod en komt voor in Zuid-Amerika in de landen Chili en Argentinië.  Het is de kleinste katachtige van heel Zuid-Amerika en is dichte familie van de geoffreykat.  Maar beide katten leven aan een verschillende kant van het Andesgebergte.  Hun vacht is grijs tot okerbruin met donkere vlekken.  De staart is geringd.  Anders dan de geoffreykat heeft de nachtkat een dikkere staart en een kleinere kop.  De dieren worden tot 50 centimeter groot met een staart van ongeveer 20 centimeter lang.

Je vindt de dieren in open bossen aan de rand van de hoge bergen op 2500 meter hoogte.  Maar je vindt ze ook in bamboebossen en op de akkers van de mensen.  Zoals hun naam al zegt, zijn het nachtdieren die jagen op vogels, hagedissen en kleine zoogdieren als ratten en muizen.  Het zijn prima klimmers en kunnen hun prooien op de grond en in de bomen vangen.  Overdag houden ze zich schuil tussen het hoge gras.  Omdat ze zich zo goed kunnen verstoppen, is er weinig geweten over de nachtkat.  Daarom zijn ze ook goed kunnen ontsnappen aan de jacht op hun mooie pels.  Toch worden de dieren bedreigd door het verdwijnen van bossen en wouden.

foto’s : jim sanderson, Gerardo Acosta J, feline conservation, mazza