De rode springaap

De rode springaap is een soort springaap die behoort tot de sakiachtigen.  Ze worden ook de rode titi genoemd.  Het zijn kleine aapjes met een dichte vacht.  Ze worden ongeveer 30 tot 35 centimeter groot met een staart die iets langer wordt dan zijn lichaam.  Het is geen grijpstaart, maar dient om het evenwicht in de bomen te houden.  Hun vacht is grijsbruin op de rug en de rest eerder rood van kleur.  De kop is klein en rond en heeft een witte streep op het voorhoofd. 

De aapjes komen voor in Zuid-Amerika in Brazilië en Peru.  Daar leven ze in verschillende soorten bossen.  Overdag zitten ze in de bomen en komen bijna nooit op de grond.  Zoals hun naam het zegt, kunnen ze prima springen.  De paartjes blijven ook hun ganse leven bij elkaar.  In de ochtend hoor je de aapjes allerlei geluiden maken naar elkaar.  Soms eindigt dat in gevechten.

Ze leven van fruit, bladeren, scheuten en insecten.  Na het paren krijgt het vrouwtje een jong na 130 dagen.  Het wordt overal meegedragen en gezoogd.  Zo worden ze tot 25 jaar oud.  Omdat ze nog op vele plaatsen voorkomen, is deze soort niet bedreigd.

foto’s : david wfx,