De rosse woelmuis

De rosse woelmuis is een soort knaagdier uit de familie van de woelmuizen.  Ze komen voor in het westen en het midden van Europa, maar ook tot China en Mongolië.  De diertjes worden ongeveer 8 tot 11 centimeter groot.  Woelmuizen die op eilanden leven worden groter.  Hun vacht is roodbruin van kleur met grijze zijkanten en een gele tot witte buik.  Jonge diertjes zijn nog grijs van kleur.  De muizen leven van zaden, vruchten, bladeren, kruiden, boomschors, paddenstoelen, wortels, gras, maar ook insecten, wormen en slakken.  Als het in de winter te koud wordt, leggen ze een voorraad aan.

De dieren zijn zowel in de nacht als overdag op pad.  Het zijn goede klimmers en zitten soms in de bomen.  Hun vijanden zijn uilen, vossen en wezels.  Ze maken hun nest in de vorm van een bolletje met bladeren, mos, gras en veertjes.  Dat nest ligt net onder de grond, meestal onder een omgevallen boom of onder wortels.  Er lopen allerlei gangen rond het nest.

Na het paren worden de jongen geboren na 16 tot 18 dagen.  Vrouwtjes krijgen meestal drie tot vijf jongen per worp, maar tot 5 worpen per jaar.  Na ruim 4 weken kunnen de jongen zelf al gaan paren.  Je vindt de rosse woelmuizen vooral tussen struiken met hoge grassen en kruiden, maar ook in heggen en in parken.