De spitssnuitkrokodil

De spitssnuitkrokodil is een reptiel uit de familie van de echte krokodillen.  Ze worden ook nog de gewone Amerikaanse krokodil genoemd.  De krokodil is te herkennen aan de spitse lange snuit.  Het is een van de grotere soorten krokodilachtigen waarbij de mannetjes een lengte van 5 meter kunnen bereiken, terwijl vrouwtjes kleiner blijven. De kleur is donkergroen tot groenbruin. Jongere dieren hebben een lichtgele tot grijze kleur met donkere banden. 

Het aantal tanden gaat van 66 tot 68 met 5 rijen voortanden, 13 tot 15 rijen tanden in de bovenkaak en 15 rijen kiezen in de onderkaak.  De soort komt voor in delen van Noord- en Zuid-Amerika.  Daar leven ze in tropische moerasbossen, mangrovebossen en verschillende draslanden langs de kustlijn.  In drogere tijden graaft de krokodil een langwerpig hol langs de waterkant en trekt zich terug tot het water terugkeert.  Deze soort staat er ook om bekend grote afstanden over land af te leggen op zoek naar een nieuwe waterbron.

Het voedsel bestaat uit vis, maar ook andere waterdieren als schildpadden, kikkers, vogels, zoogdieren en kreeftachtigen zoals krabben worden gegeten.  Jonge en kleine krokodillen eten kleine vissen en andere kleinere dieren zoals ongewervelden.  Vijanden van de jongen zijn vogels, grote vissen, wasberen en verwilderde katten. 

De vrouwtjes graven na het paren een kuil in het zand of in de bladeren en leggen er 30 en 60 eitjes.  Als de bodem niet geschikt is om te graven, wordt een nest boven de grond gemaakt.  Dit gebeurt in het droge seizoen om te voorkomen dat de eitjes worden weggespoeld of verdrinken.  Het aantal in het wild levende dieren wordt geschat op 5000.

foto’s : raimond spekking, adrian pingstone