Het stokstaartje

Het stokstaartje is een klein roofdiertje dat behoort tot de familie van de mangoesten.  Hij wordt ook wel het aardmannetje genoemd en leeft in grote delen van Afrika.  Hij is echt niet zo bang als er mensen in de buurt komen en wordt ook niet echt bedreigd.  Je hebt ze in vele kleurtjes.  Soms lichtbruin tot grijs met donkere strepen.

Ze leven vooral op droge open vlakten, meestal in groepen van ongeveer 30 dieren.  Ze wonen in holen onder de grond.  Hier zijn heel veel gangen te vinden. In die gangen heeft hij allerlei kamers : slaapkamers, kamers waar de jongen worden geboren en zelfs toiletten.  De toiletten worden schoongemaakt door de mestkevers, waar ze mee samenleven.  Elke dag rollen de mestkevers de mest van de stokstaartjes naar buiten en leggen er hun eitjes in.  Als deze uitkomen, hebben de stokstaartjes weer een nieuwe schoonmaakploeg.  De mestkevers kunnen rustig hun werk doen.  De stokstaartjes zullen ze nooit eten, omdat ze voor hen erg giftig zijn.    

Ze delen de woestijn met hagedissen en schorpioenen.  Ze zijn vooral bang van roofvogels die boven hun hoofd hangen.  Maar ze maken goede afspraken.  Sommige dieren staan op de uitkijk, andere gaan op jacht, nog andere passen op de kleintjes als hun ouders er niet zijn.  Als ze fluiten, betekent dit oppassen en als ze blaffen betekent het lopen voor je leven.  Als ze op uitkijk staan, doen ze dat op de achterpoten en steunen ze op hun staart.  Een wachter moet ook goed in de lucht kijken, want de grootste vijand is de arend.  Als de arend toch aanvalt, beginnen alle stokstaartjes te woelen in het zand om een grote stofwolk te maken.  Zo kan de arend niet goed meer zien.  Als de arend toch te dicht komt, beginnen ze te spuwen en te bijten en fel met hun klauwen te krabben. 

In de nacht trekken ze zich terug in hun holletje, want de nachten kunnen heel koud zijn.  En buiten kan het heel gevaarlijk voor hen zijn.  De diertjes worden 8 tot 9 jaar.  Ze kunnen 2 tot 5 jongen krijgen, die in het begin blind en kaal zijn.  Ze blijven 3 maanden bij mama en papa en dan gaan ze zelf op jacht.   

Stokstaartjes eten vooral slakken, spinnen en insecten, maar als ze de kans krijgen eten ze ook knaagdieren, hagedissen of kleine vogels en hun eieren.  Zelfs giftige dieren, zoals schorpioenen en gifslangen zijn een echte lekkernij.   Ze zijn zo snel dat ze de giftanden kunnen ontwijken.  Soms maken ze veel ruzie om hun eten.  Ze poetsen ook dikwijls hun tanden.  Dat doen ze met hun lange nagels.  

foto’s :  olaf leillinger, kennyannydenny, fir0002, mila zinkova