soort
De stormbandpinguïn
pygoscelis antarcticus - chinstrap penguin
De stormbandpinguïn wordt ook wel de kinbandpinguïn of de keelbandpinguïn genoemd. Hun veren zijn net als alle andere pinguïns wit en blauwzwart, maar over de keel loopt een dunne zwarte streep. Hieraan dankt deze soort zijn naam. De dieren komen voor langs de kusten van de Zuidpool waar licht pakijs ligt. Broeden doen ze op de kusten waar geen ijs ligt. Als het ijs lang blijft liggen op de rotsen komen de pinguïns moeilijk tot broeden. Ze kunnen dan moeilijk eten halen voor hun jongen. In het nest liggen twee eieren. Het nest is rond en gemaakt van kleine steentjes. Middenin liggen veertjes en botjes.

De pinguïn blijft het ganse jaar op dezelfde plaats en trekt niet weg. Ze worden ongeveer 70 centimeter groot en wegen tot 5 kilogram. Mannetjes en wijfjes hebben allebei dezelfde kleur van veren.



foto’s : nordelch, mbeker,unknown, jerzy sterlecki, alarcon