De winde

De winde behoort tot de echte karpers en komt voor in zoet water.  Ze worden ook zilverwinde genoemd en komen voor in open water.  Ze worden tot 30 tot 50 centimeter groot.  De schubben zijn erg klein en de bek is vrij groot.  Grotere vissen krijgen een bronzen kleur terwijl de kleinere zilverachtig zijn.  De vinnen zijn rozerood van kleur. 

Om te paaien hebben ze stromend water nodig.  Aan het einde van de winter trekken ze in grote scholen de stroom op.  Hierbij leggen ze soms grote afstanden af.  Hun voedsel bestaat uit kleine witvis.  Ze hebben scherpe keeltanden om hun voedsel te vermalen zoals de karpers dat doen.  Er bestaan enkele ondersoorten zoals de goudwinde en de blauwe winde.

foto’s : hlasek,