De zuidkaper

De zuidkaper is een soort walvis die ook nog de Australische walvis wordt genoemd.  Het zijn grote dieren met brede vinnen aan de borst en een grote brede kop waarop grote flappen hangen die vol zeepokken zitten.  Een rugvin hebben ze niet.  Je kan ze onderscheiden van de andere noordkapers door de zeepokken op de onderlip.  Ze worden tot 14 meter lang en wegen meer dan 60000 kilogram.  Je vindt ze in vele zeeën en oceanen in het zuiden van onze wereld bij Australië en Antarctica.  Ze zijn te spotten vlak bij de kust in ondiepe waters.  Daar zit voor hen het meeste voedsel in.  Dat zijn roeipootkreeftjes, krill en plankton die in de grote bek worden gezeefd. 

De dieren leven meestal alleen of in kleine groepjes.  Met hun lichaam maken ze elkaar duidelijk wat ze willen.  Zo draaien ze hun rug zodat de staartvin naar de andere walvis draait.  Maar ook tijdens het paren worden er vreemde bewegingen gedaan.  Zo omhelzen de dieren elkaar met hun buikvinnen.  Ook zie je de walvissen met hun staart rechtop uit het water.  Dit vreemd gedrag is soms te zien voor de kust van Argentinië.

Het zijn trage zwemmers die vroeger makkelijk konden worden bejaagd.  Er werd gejaagd om hun baleinen, hun olie en natuurlijk hun vlees.  Toch is deze soort al bijna 100 jaar beschermd.  Met een aantal van ongeveer 7 duizend dieren is de soort stilaan terug hersteld.  Vaak kan je nu de dieren spotten als je op uitstap gaat op zee. 

Tot de vijanden behoren de orka’s en de witte haaien.  Zij durven de kalfjes wel eens aan te vallen.  Het paren is ook een opvallend schouwspel.  Het is geweten dat het mannetje van de zuidkaper de grootste penis heeft van alle dieren op deze wereld.  De jongen worden na 12 tot 13 maanden geboren en meten al meteen 5 meter.  Langs de kust van Zuid-Afrika worden de jongen in augustus geboren.

foto’s : catanzariti, schreurs